zondag 7 september 2008

Afghanistan en de Hindoestaanse godsdienst

Afghanistan is door de eeuwen heen een centrum van vele culturen geweest. Zo was Kabul eens de hoofdstad van de befaamde Hindu Shahi koningen.

Hindoeïsme bestaat in Afghanistan al ongeveer even lang als deze godsdienst zelf die hier wijdverspreid was tot de komst van de Islam.

Afghanistan was een groot centrum van de Vedische cultuur. Er zijn veel Hindu-tempels. Een aantal tempels in Kabul heeft de rumoerige tand des tijds doorstaan.

In de oude stad is er in Dargaa de Asamai. Bij Shor Bazaar zijn er de Bhairo Mandir, Mangalwar Mandir en de Guru Hari Rai Gurudwara. Een mandir is de naam voor een hindoetempel.

Bij Darwaza Lahuri is de Baba Jothi Sorup Mandir.

In Kandahar waren Hindu-tempels in Shikarpuri Bazaar, Kabuli Bazaar and Jhampeer Sahib (bij Sarpooza) and Devi-dwara (bij Dand).

Er waren ook Hindu tempels en gurudwaras in Chasma Sahib, Sultanpur, Jalalabad, Ghazni, Helmand (Lashkar Gah) and Kunduz.

Een gurudwara, een “toegangspoort naar de goeroe”, is een plaats waar de Sikh zich overgeven aan hun geloof.

De grootste groepen Hindoestanen waren Mohyals, Khatris and Aroras. Enkele andere gemeenschappen waren de Bhatias en Brahmins. Ook andere groepen dan de Mohyals waren aanwezig in het land.

De regio
Afghanistan deelde de Hindoestaanse cultuur samen met India. Samen met het Boeddhisme en Zoroastrianisme werd het Hindoeïsme in praktijk gebracht door de bevolking.

De bevolking bestond uit een heterogene vermenging met een Iraanse, Nuristaanse en Indo-Arische achtergrond.

Veel van de Iraanse volken gaven zich over aan de Hindoestaanse religie en cultuur, waaronder de Scythen, de Parten en de Kambojas.

De Hindu Shahi koningen, die tot de tiende eeuw over Afghanistan heersten, waren afstammelingen van Perzen en Scytische bekeerlingen tot het Hindoeïsme.

In de Perzische taal betekent het woord “shah” koning.

Afghanistan bekeerde zich stapsgewijs tot de Islam na het ontstaan en de komst van die godsdienst naar het land.

Herkomst
De naam Hindoeïsme is afkomstig van de Perzische uitspraak van het volk dat ongeveer 3.000 tot 4.000 jaar geleden aan de rivier de Sindu van de vallei van de Indus woonde. De “s” werd in de Perzische spraak uitgesproken richting de “h”.

Het woord hindoeïsme deed rond 1830 zijn intrede in de Britse literatuur. Er werd globaal de Indische cultuur van ongeveer de laatste 2.000 jaar mee aangetoond, als voortzetting van de oudere vedisch-brahmanistische beschaving.